Begrotingsoverschot derde kwartaal 2,1 procent bbp
Nederland heeft 12 miljard euro over op begroting
Na negen maanden heeft de Nederlandse overheid een begrotingsoverschot van 12 miljard euro in 2018. De schuld daalt naar 52,9 procent van het bbp.
De Nederlandse overheid verkeert in financiële topvorm. Na jaren van besparingen laat de regering-Rutte III de uitgaven weer oplopen, maar de inkomsten komen door een goede economische groei nog sneller binnen.
Daardoor daalden de uitgaven, in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp), tot 41,9 procent van het bbp. Nooit eerder was die uitgavenquote zo laag, zegt het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. In dat opzicht is de Belgische staat, met meer dan 50 procent overheidsuitgaven, een kwart groter dan de Nederlandse.
In juli, augustus en september gaf de Nederlandse overheid 320 miljard euro uit. Ze kreeg 335 miljard euro aan inkomsten binnen.
Dalende schuld
Tussen 1 oktober 2017 en 30 september 2018 boekte de Nederlandse overheid een overschot op de begroting van 2,1 procent van het bbp. Voor het kalenderjaar 2018 rekende de Nederlandse overheid op een overschot van 1,1 procent, maar dat zal dus wellicht meer worden.
Door het overschot daalt de schuld verder naar 52,9 procent van het bbp. Dat is vier procentpunt minder dan in het begin van het jaar. De helft van die daling komt door het overschot, de andere helft omdat de schuld wordt afgezet tegen een groter bbp.
België
Het contrast met België is immens. De Nederlandse overheid organiseert haar arbeidsmarkt veel flexibeler en leeft bijzonder zuinig. Het gevolg is een land waar veel meer mensen werken, de staat minder spendeert, minder schulden torst en daardoor wel is voorbereid op de kosten van de vergrijzing.
De data van de Europese Commissie tonen in dat opzicht twee andere werelden. Omdat Nederland de voorbije jaren wél hervormde, ligt de groei er dit jaar bijna dubbel zo hoog als bij ons, de werkloosheid bijna de helft lager en is wat wij tekort hebben – 1 procent van het bbp – in Nederland een overschot.
Ook qua schuld is het plaatje indrukwekkend anders. In België duikt de staatsschuld – als alles goed gaat – volgend jaar onder de kaap van 100 procent van het bbp. Nederland maakt zich op om in 2019 onder de lat van 50 procent te gaan
Uitgavenquote naar laagterecord
De uitgaven namen in 2018 flink toe vergeleken met de afgelopen jaren. Vanaf 2010 bleven de uitgaven jarenlang net onder de 310 miljard euro, doordat de overheid er een rem op zette. Het kabinet Rutte III heeft eerder aangegeven weer meer te gaan uitgeven op verschillende beleidsterreinen. Dit is terug te zien in de uitgavenstijging in de eerste drie kwartalen van 2018. De overheidsbestedingen groeien wel minder hard dan de economie. De uitgavenquote nam daardoor met 0,6 procentpunt af en kwam na het derde kwartaal op jaarbasis uit op 41,9 procent van het bbp. Nog niet eerder viel de uitgavenquote zo laag uit.
Hoog overschot
De inkomsten waren in de eerste drie kwartalen van 2018 bijna 14 miljard euro hoger dan in de eerste drie kwartalen van 2017. Dit komt bijna geheel voor rekening van de belastingen en sociale premies. Daarnaast was er een eenmalige baat van bijna 0,8 miljard euro door een schikking met de ING. De uitgaven namen ook toe, met 7 miljard. Hierdoor hield de overheid in de eerste drie kwartalen van 2018 7 miljard meer over dan in de eerste drie kwartalen van 2017.
In de decemberraming van het CPB over het gehele kalenderjaar 2018 wordt uitgegaan van een overschot van 1,1 procent van het bbp. De uiteindelijke realisatie van het begrotingsoverschot over heel 2018 hangt af van realisatiecijfers over het vierde kwartaal. Een lagere economische groei of grote incidentele uitgaven in het vierde kwartaal kan het overschot zoals nu berekend over de eerste drie kwartalen nog verlagen. De afgelopen twee jaren behaalde de overheid in het vierde kwartaal een overschot.
Schuldquote naar 52,9 procent
De overheidsschuld kwam eind derde kwartaal uit op52,9 procent van het bbp. De schuldquote is daarmee met 4,1 procentpunt gedaald sinds begin van het jaar. Iets minder dan de helft van de afname van de schuldquote is het gevolg van het begrotingsoverschot. Met het overschot kan schuld worden afgelost. Het grootste deel van de afname (ongeveer de helft) wordt verklaard door de toename van het bbp, het zogenaamde noemereffect: wanneer bijvoorbeeld het bbp met 2 procentpunt stijgt, daalt de schuldquote met ongeveer 1 procentpunt zonder dat een euro hoeft te worden afgelost. Ook nam de schuld af door opbrengsten uit rentederivaten. Dit droeg 0,5 procentpunt bij aan de schuldafname. Het ministerie van Financiën verwacht een schuldquote aan het eind van het jaar van 52,7 procent.
Laatste Reacties